Bij lage temperaturen verhoogt cholesterol de vloeibaarheid van het membraan door te voorkomen dat membraanlipiden dicht bij elkaar komen te zitten. Bij hoge temperaturen vermindert cholesterol de vloeibaarheid van het membraan.
Maakt cholesterol het membraan meer of minder vloeibaar?
Afhankelijk van de temperatuur heeft cholesterol verschillende effecten op de vloeibaarheid van het membraan. Bij hoge temperaturen verstoort cholesterol de beweging van de fosfolipide-vetzuurketens, waardoor het buitenste deel van het membraan minder vloeibaar wordt en de doorlaatbaarheid voor kleine moleculen vermindert.
Verhoogt cholesterol de doorlaatbaarheid van het membraan?
De rol van cholesterol in dubbellaagse en enkellaagse lipidemembranen is van groot belang geweest. Op het biofysische front verhoogt cholesterol de volgorde van de lipidepakking aanzienlijk, verlaagt de membraanpermeabiliteit en handhaaft de vloeibaarheid van het membraan door het vormen van vloeistof-geordende fase lipide-vlotten.
Waarom verlaagt cholesterol de doorlaatbaarheid van het membraan?
Cholesterol interageert met de vetzuurstaarten van fosfolipiden om de eigenschappen van het membraan te matigen: cholesterol werkt om het buitenoppervlak van het membraan te immobiliseren, waardoor de vloeibaarheid wordt verminderd. Het maakt het membraan minder doorlaatbaar voor zeer kleine in water oplosbare moleculen die anders vrij zouden kunnen kruisen.
Wat is de relatie tussen cholesterol en membraanvloeibaarheid?
Cholesterol werktals een bidirectionele regulator van membraanvloeibaarheid omdat het bij hoge temperaturen het membraan stabiliseert en het smeltpunt verhoogt, terwijl het bij lage temperaturen intercaleert tussen de fosfolipiden en voorkomt dat ze samenklonteren en verstijven.