Gulzigheid (Latijn: gula, afgeleid van het Latijnse gulzigheid dat "slikken of slikken" betekent) betekent overmatige verwennerij en overconsumptie van eten, drinken of rijkdommen, vooral als statussymbolen. In het christendom wordt het als een zonde beschouwd als het buitensporige verlangen naar voedsel ervoor zorgt dat het de behoeftigen wordt onthouden.
Wat zegt de Bijbel over gulzigheid als zonde?
In de Bijbel is vraatzucht nauw verbonden met de zonden van dronkenschap, afgoderij, weelde, rebellie, ongehoorzaamheid, luiheid en verspilling (Deuteronomium 21:20). De Bijbel veroordeelt vraatzucht als een zonde en plaatst het vierkant in het kamp van "de begeerte van het vlees" (1 Johannes 2:15–17).
Is gulzigheid een zonde?
Gulzigheid wordt beschreven als overmatig eten, drinken en verwennerij, en dekt ook hebzucht. Het wordt in de christelijke leringen vermeld als een van de „zeven hoofdzonden”. Sommige geloofstradities bestempelen het duidelijk als een zonde, terwijl andere gulzigheid juist ontmoedigen of verbieden.
Is vraatzucht een onvergeeflijke zonde?
De zonden waarvoor iemand kan worden vergeven - trots, woede, lust, luiheid, hebzucht, gulzigheid, afgunst - zijn allemaal stevig verbonden met de voorwerpen van deze wereld, maar wanhoop lijkt uit te bloeden buiten de grenzen van het onmiddellijke egocentrische zelf en te relateren aan geen enkel verlangen, aan niets.
Wat zijn de 3 ergste zonden?
Volgens de standaardlijst zijn het trots, hebzucht, toorn, afgunst, lust, vraatzucht en luiheid , diein strijd met de zeven hemelse deugden.
Gulzigheid
- Laute – te duur eten.
- Studiose – eet te sierlijk.
- Nimis – te veel eten.
- Praepropere – te snel eten.
- Ardenter – eet te gretig.