: om (een persoon of dier) in een gebouw of in een kleine ruimte vooral voor een lange periode te houden -meestal gebruikt als (te) opgesloten waren chagrijnig nadat ze de hele dag in huis waren opgesloten. De hond zit opgesloten in een kooi.
Is opgesloten een werkwoord?
Opsluiten betekent opsluiten of in bedwang houden, de manier waarop je je nieuwe puppy overdag in de keuken opsluit, zodat hij niet alle schoenen in huis opvreet. Dit werkwoord, dat afkomstig is van kippenhok, "pluimveekooi", is goed voor het beschrijven van tijden dat je je zo krap of beperkt voelt als een kip in een kooi.
Is opgesloten een zelfstandig naamwoord?
From Longman Dictionary of Contemporary English ˌcooped ˈup adjective [not before zelfstandig naamwoord] een tijdlang op een te kleine plaats moeten blijven Het is niet goed voor dat je de hele dag in huis opgesloten zit.
Wat betekent gecoupeerd?
Filters. (heraldiek) Glad afgesneden, in tegenstelling tot gewist; -- speciaal gebruikt voor het hoofd of de ledematen van een dier. bijvoeglijk naamwoord.
Wat is het synoniem van opgesloten?
immure, inclusief, mew (omhoog), pen, muur (in)