De immunodiffusie (ID)-test, ook wel de Ouchterlony-test genoemd, maakt detectie van antigeen mogelijk. Immunodiffusie verwijst naar de beweging van het antigeen of antilichaam of zowel antigeen- als antilichaammoleculen in een diffusie-ondersteunend medium.
Wat gebeurt er tijdens een immunodiffusietest?
Immunodiffusie is een diagnostische test waarbij diffusie plaatsvindt door een stof zoals agar die over het algemeen zachte gel-agar (2%) of agarose (2%), gebruikt voor de detectie van antilichamen of antigeen.
Waar worden immunodiffusietests voor gebruikt?
Immunodiffusie is een van de methoden die worden gebruikt om schimmelziekten te diagnosticeren. Complementfixatie wordt ook gebruikt om te testen op enkele van de schimmelziekten. Het specifieke type immunodiffusie wordt dubbele (Ouchterlony) micro-immunodiffusie genoemd. De procedure omvat het toevoegen van antigeen en antilichaam aan putjes in een agarosegel.
Waar wordt immunodiffusie gebruikt?
Immunodiffusietechnieken worden routinematig gebruikt om een kwalitatieve nabootsing van de complementfixerende antilichaamtest te geven en ook om andere Coccidioides-specifieke antilichamen, vaak IgM, die eerder optreden, te detecteren.
Hoeveel soorten immunodiffusie zijn er?
Er zijn vier verschillende soorten immunodiffusietechnieken (Ananthanarayan en Paniker, 2005).