In de regel wordt het woord "zijn" altijd gebruikt na "hebben"(in een van de vormen, bijv. "heeft", "had, " " zal hebben, " "hebben"). Omgekeerd wordt het woord 'zijn' nooit gebruikt na 'hebben'. "Zijn" wordt gebruikt na "zijn" (in een van zijn vormen, bijvoorbeeld "ben", "is", "zijn", "was", "waren"). Voorbeelden: Ik heb het druk gehad.
Wanneer gebruiken is zijn en zijn geweest?
Been wordt gebruikt als een hulpwerkwoord in zinnen om zinnen in de voltooide tijd te vormen. … Been kan alleen als werkwoord worden gebruikt, terwijl zijn kan worden gebruikt als werkwoord, zelfstandig naamwoord en gerundium. Terwijl been wordt gebruikt met has, have en had, wordt being gebruikt met is, am, are, was en were. We kunnen zijn met voorzetsels gebruiken, maar we gebruiken nooit been.
Wat is het verschil tussen geweest en zijn in een zin?
Being verwijst naar het heden of een continue actie, terwijl " been " verwijst naar het verleden of naar iets datbegon in het verleden maar gaat door in het heden.
Wat is het verschil tussen zijn en zijn geweest?
Het belangrijkste verschil is dat zijn het tegenwoordige deelwoord is (alle tegenwoordige deelwoorden eindigen op “–ing”, zoals zwemmen, hardlopen, leren). Aan de andere kant is been het voltooid deelwoord (sommige voltooide deelwoorden eindigen op “–ed”, zoals geleerd, bestudeerd; andere zijn onregelmatig, zoals rennen, zwemmen,geschreven, gesproken).
Is het correct geweest?
Als je in discussie gaat over het onderwerp, kan het gemakkelijk blijken dat "zijn geweest" helemaal verkeerd is en "zijn geweest" absoluut correct is.