1. Om deel te nemen aan een feest; eet smakelijk. 2. Iets beleven met voldoening of verrukking: smullen van het uitzicht.
Hoe gebruik je feesten?
een uitgebreide ma altijd eten (vaak vergezeld van entertainment)
- Vasten komt na het feesten.
- Ze vierden feest door de hele dag te feesten.
- Ze maakten feest met feesten en wijn.
- Ze stond haar ogen te smullen van het uitzicht.
- Felle lichten verlichtten de feesten en feesten.
- Hij zat daar te feesten.
Wat is het synoniem van feest?
banquet, feestma altijd, uitgebreid diner, uitgebreide ma altijd, grote ma altijd, formele ma altijd, formeel diner. traktatie, entertainment, jollification. feesten, feesten. informele klapband, voeden, junket, verspreiden, binge, bash, do. Britse informele nosh-up, beanfeast, bunfight, beano, spot, slap-up meal, tuck-in.
Wat betekent het om van iemand te smullen?
feest (op)op (iets)
Grote hoeveelheden van iets eten, meestal met plezier.
Hoe gebruik je het woord feest in een zin?
(1) Het feest werd geserveerd door zijn moeder en zussen. (2) Ze hadden een feestmaal om middernacht in hun tent. (3) Na het feest boerde de prins enorm. (4) De armen verhongeren terwijl de rijken feesten.