1: een gebod of wet overtreden: zonde. 2: een grens of limiet overschrijden. transitief werkwoord. 1: voorbij grenzen gaan die zijn vastgesteld of voorgeschreven door: schending goddelijke wet overtreden. 2: voorbij of voorbij gaan (een limiet of grens)
Wat betekent overtreder in het fragment?
/trænzˈɡres.ər/ een persoon die een wet of morele regel overtreedt: Het systeem lijkt ontworpen te zijn om de overtreder te straffen in plaats van zijn slachtoffer te helpen.
Hoe gebruik je overtreding in een zin?
Overtreding zin voorbeeld
- God dan, die liefde is, verlost ons van het kwaad door Christus, die de straf voor onze overtreding beta alt aan de vijand van God en de mens. …
- Gods orde was nadelig beïnvloed door de overtreding van de wetten van Jahweh door de mens.
Wat is een synoniem voor overtreder?
dader, wrongdoer, schuldige, wetsovertreder, crimineel, delinquent, schurk, misdadiger, verworpene, outlaw, boosdoener, schuldige partij, zwarte hoed. zondaar, overtreder, boosdoener. misdadiger, overtreder.
Wat betekent het om iets te transcenderen?
1a: om boven de grenzen vanuit te stijgen of verder te gaan. b: triomferen over de negatieve of beperkende aspecten van: overwinnen. c: vóór, voorbij en boven (het universum of het materiële bestaan) zijn