Bezit heeft alles te maken met controle: als je iets bezit, bezit je het, of heb je het in handen. Als je huissleutels in je bezit zijn, weet je waar ze zijn. Bij voetbal betekent balbezit hebben; bij hockey is het je stick op de puck hebben.
Hoe gebruik je bezit in een zin?
Nederlands Zinnen die zich richten op woorden en hun woordfamilies Het woord "bezit" in voorbeeldzinnen Pagina 1
- [S] [T] Wat is je kostbaarste bezit? (…
- [S] [T] Die camera is Toms kostbaarste bezit. (…
- [S] [T] Hij verloor al zijn bezittingen. (…
- [S] [T] De bal is het gewaardeerde bezit van die jongen. (
Wat betekent in het bezit zijn?
1: de voorwaarde om iets te hebben of te bezitten. Het testament is in mijn bezit. 2: iets dat door iemand als eigendom wordt gehouden een kostbaar bezit. bezit. zelfstandig naamwoord.
Is het iets in bezit nemen?
bezit (van iets)
Om eigendom of voogdij over iets te krijgen of over te nemen. Ze nam bezit van het huis na de uitspraak van de rechtbank dat zij de wettelijke erfgenaam van het landgoed was.
Wat zijn voorbeelden van bezit?
Bezit is de staat van het hebben van iets of iets dat eigendom is. Een voorbeeld van bezit is voor een persoon om de sleutels van hun moeder in hun zak te hebben. Een voorbeeld vanbezit is iemands favoriete ketting.