Pastorale nomaden, die afhankelijk zijn van gedomesticeerd vee, migreren naar een gevestigd gebied om weidegrond voor hun dieren te vinden. … Herders kunnen volledig afhankelijk zijn van hun kuddes of kunnen ook jagen of verzamelen, wat landbouw beoefenen, of handel drijven met landbouwvolken voor graan en andere goederen.
Wat is een voorbeeld van pastoraal nomadisme?
Dit onderscheid wordt echter vaak niet waargenomen en de term nomade die voor beide wordt gebruikt - in historische gevallen is de regelmaat van bewegingen hoe dan ook vaak onbekend. Het gehoede vee omvat vee, waterbuffel, yaks, lama's, schapen, geiten, rendieren, paarden, ezels of kamelen, of mengsels van soorten.
Waar beoefenen ze pastoraal nomadisme?
Dieren die door nomadische veehouders worden gefokt, zijn onder meer schapen, geiten, runderen, ezels, kamelen, paarden, rendieren en lama's. Sommige van de landen waar nomadisch veeteelt nog steeds wordt beoefend, zijn Kenia, Iran, India, Somalië, Algerije, Nepal, Rusland en Afghanistan.
Waarom is pastoraal nomadisme belangrijk?
Nomadisch veeteelt is van veel groter belang voor veel economieën dan het relatief kleine aantal nomaden zou doen vermoeden. Nomaden produceren waardevolle producten zoals vlees, huiden, wol en melk. … Omdat traditionele veehouders geen graan gebruiken om dieren te fokken, is vleesproductie een aanvulling op de landbouwproductie.
Wat zijn de effecten van pastoraal nomadisme?
Het grazen enoverbegrazing van velden en landbouwgronden door kuddes herkauwers leidt tot vegetatie-uitputting, scheuren (gedeeltelijk) en verharding van landbouwgrond/niet-landbouwgrond, erosie en overstromingen, vernietiging van voedsel en economische gewassen, verlies aan biodiversiteit en tal van andere nadelige milieueffecten.