Tegengesteld bij de Constitutionele Conventie (1787) door voorstanders van de rechten van staten, gaven ze de voorkeur aan een sterke nationale wetgever die rechtstreeks door de burgers werd gekozen in plaats van de staten en een nationale regering die veto uitspreken over staatswetten die het ongeschikt achtte. De laatste clausule van artikel I, sectie 8, van de Grondwet.
Waarover was het Grondwettelijk Verdrag het eens?
De afgevaardigden waren het over het algemeen eens over de noodzaak van een aparte uitvoerende macht die onafhankelijk is van de wetgevende macht. (De uitvoerende macht zou de "president" worden genoemd.) En ze kwamen ook overeen om de president de macht te geven om wetten uit te spreken, maar alleen als zijn veto werd opgeheven.
Waar waren de afgevaardigden van de Constitutionele Conventie voorstander van?
De afgevaardigden, of vertegenwoordigers van de staten, debatteerden maandenlang over wat er in de Grondwet zou worden opgenomen. Sommige staten waren voorstander van een sterke centrale regering, terwijl andere staten tegen waren. … De afgevaardigden stemden uiteindelijk in met dit "Grote Compromis", dat ook bekend staat als het Compromis van Connecticut.
Wat waren de 3 belangrijkste oplossingen op de Constitutionele Conventie?
Om de Grondwet door alle 13 staten te laten ratificeren, moesten de afgevaardigden van de Grondwettelijke Conventie verschillende compromissen sluiten. De drie belangrijkste compromissen waren the Great Compromise, the Three-Vijfde Compromis, en het Kiescollege.
Wat was het hoofddoel van het Grondwettelijk Verdrag?
De Constitutionele Conventie in Philadelphia kwam tussen mei en september 1787 bijeen om de problemen aan te pakken van de zwakke centrale regering die bestond op grond van de artikelen van de confederatie.