In de vloeistofdynamica wordt laminaire stroming gekenmerkt door vloeistofdeeltjes die vloeiende paden in lagen volgen, waarbij elke laag soepel langs de aangrenzende lagen beweegt met weinig of geen vermenging. Bij lage snelheden heeft de vloeistof de neiging om te stromen zonder zijwaartse vermenging, en aangrenzende lagen glijden als speelkaarten langs elkaar heen.
Wat zijn 2 kenmerken van laminaire stroming?
Deze termen beschrijven de stroming omdat, bij laminaire stroming, (1) waterlagen met verschillende snelheden over elkaar stromen met vrijwel geen vermenging tussen de lagen, (2) vloeistofdeeltjes bewegen naar binnen bepaalde en waarneembare paden of stroomlijnen, en (3) de stroming is kenmerkend voor viskeuze (dikke) vloeistof of is één in …
Waar hangt de laminaire stroming van af?
Laminaire stromingen treden op wanneer viskeuze krachten, die afhankelijk zijn van snelheidsgradiënt en viscositeit, groter zijn dan traagheidskrachten, die afhankelijk zijn van stroomsnelheid en dichtheid.
Waar verwijst laminaire stroming naar?
Laminaire stroming of stroomlijnstroming in pijpen (of buizen) treedt op wanneer een vloeistof in parallelle lagen stroomt, zonder onderbreking tussen de lagen. … In laminaire stroming is de beweging van de deeltjes van de vloeistof zeer ordelijk, waarbij alle deeltjes in rechte lijnen evenwijdig aan de buiswanden bewegen.
Wat is de laminaire stromingsformule?
Laminaire stroming wordt gekenmerkt door de Hagen-Poiseuille-vergelijking:ΔP=8Qμl/πr4whereΔP is de drukval, Q is de stroomsnelheid, η is de viscositeit van de vloeistof (lucht/gas), l is de lengte van de luchtweg of het bloedvat, en r is de straal van de luchtweg of bloedvat.