mo·nog·a·my De gewoonte of toestand van het hebben van een enkele seksuele partner gedurende een bepaalde periode. 2. een. De praktijk of voorwaarde om met slechts één persoon tegelijk getrouwd te zijn.
Kan monogamie als bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt?
monogaam Toevoegen aan lijst Delen. Gebruik het bijvoeglijk naamwoord monogaam om een persoon of dier te beschrijven die maar één partner heeft. … Monogaam komt van het Griekse woord monogamos, "slechts één keer trouwen."
Wat is een mahonist?
1a: de staat of praktijk om slechts één seksuele partner tegelijk te hebben bij jonge stellen die monogamie beoefenen. b: de staat of gewoonte om met slechts één persoon tegelijk getrouwd te zijn.
Wat is een Monogamost?
Een monogamist is iemand die monogamie beoefent of bepleit-de staat of praktijk om met slechts één persoon tegelijk getrouwd te zijn of een romantische of seksuele relatie te hebben met slechts één persoon tegelijk.
Hoe heet het om meer dan één partner te hebben?
Polyamoureuze mensen hebben meerdere liefdevolle, opzettelijke en intieme relaties tegelijkertijd. Polyamorie is een soort open of niet-monogame relatie die bepaalde richtlijnen volgt. Polyamorie verwijst specifiek naar mensen die tegelijkertijd meerdere romantische relaties hebben.