: vooral onvast of met moeite voortbewegen: hinken. transitief werkwoord. 1: kreupel maken: kreupel maken. 2 [waarschijnlijk wijziging van hopple naar hobble]
Waar komt het woord strompelen vandaan?
hobble (v.)
c. 1300, hoblen "om heen en weer te schommelen, op en neer te gooien," waarschijnlijk van of verwant aan dialectische Duitse hoppeln, Nederlandse hobbelen "toss, rijden op een stokpaard; stotteren, stamelen " (die echter pas eind 15c. is opgenomen).
Wat is de connotatie van het woord geven?
Geven, verlenen, verlenen, cadeau kan betekenen dat iets concreets of abstracts door een ander aan de ene persoon wordt geschonken. Geven is het algemene woord: om iemand een boek, toestemming, enz. te geven. Verlenen betekent meestal een eer of een gunst verlenen; het impliceert hoffelijk en hoffelijk geven: een graad verlenen.
Wat wordt bedoeld met strompelen?
om op een onhandige manier te lopen, meestal omdat de voeten of benen gewond zijn: de laatste keer dat ik Rachel zag, strompelde ze rond met een stok. Sommige lopers slaagden er alleen maar in om over de finishlijn te strompelen.
Wat is de connotatie van het woord oud?
Bijvoeglijk naamwoord. oud, oud, eerbiedwaardig, antiek, verouderd, archaïsch, verouderd betekenen zijn ontstaan of gebruikt in het min of meer verre verleden. oud kan van toepassing zijn op de werkelijke of alleen de relatieve lengtevan het bestaan.