Ontwaken en ontwaken zijn twee verschillende werkwoorden die beide 'opstaan uit de slaap' betekenen. De werkwoordsvormen voor wakker zijn onregelmatig, maar de meest voorkomende keuzes zijn wakker, ontwaakt en was gewekt. De werkwoordsvormen voor ontwaken zijn regelmatig: ontwaakt, ontwaakt, was ontwaakt.
Hoe gebruik je ontwaakt in een zin?
In de vroege uurtjes van een ochtend werd ze gewekt door een geluid. Ze werden in het holst van de nacht gewekt door een bons op de deur. Daarin wordt hij 's nachts tijdens het slapen gewekt en gewaarschuwd voor een mogelijk gevaar. Deeba wordt midden in de nacht gewekt en ziet een bewegende kapotte paraplu.
Is ontwaakt in een zin?
Awakened zin voorbeeld. Ze werd later gewekt door de deurbel. Later werd ze wakker door het geschrokken van het vliegtuig. Ik heb goed genoeg geslapen, maar je droom maakte me wakker.
Ben ik goed wakker geworden?
Je hebt niet alleen je woordkeuze, maar in elk geval heb je ook je tijdskeuze. … Voor wakker en wakker wordt echter alleen de -ed vorm in de verleden tijd gebruikt: gewekt en gewekt. Voor de voltooid verleden tijd zou je kunnen zeggen: Ik ben wakker, of ik ben wakker geworden.
Wat betekent het om wakker te zijn?
Om iemand wakker te maken is om ze wakker te maken. Je zou je kamergenoot per ongeluk kunnen wekken door je tapdansroutine in de keuken te oefenen. Je kunt een andere persoon wakker maken, en een geluid of de geur van pannenkoeken of een enge droom kanwekken je allemaal uit een diepe slaap.