Een blastocoel (/ˈblæstəˌsiːl/), ook gespeld als blastocoele en blastocele, en ook wel blastocystholte (of splitsings- of segmentatieholte) genoemd, is een met vloeistof gevulde holte die vormt in de blastula (blastocyst) van vroege embryo's van amfibieën en stekelhuidigen, of tussen de epiblast en hypoblast van vogels, reptielen en …
Wat is blastocoel bij de mens?
Definitie. zelfstandig naamwoord. De oorspronkelijke, met vloeistof gevulde holte in de vroege vormen van embryo, b.v. van blastula.
Uit welke cellen bestaat de blastocoel?
De blastocyst (Figuur 14-1, dag 5) bestaat uit een laag trofoblastische cellen, die zich zal ontwikkelen tot het foetale deel van de placenta, een binnenste celmassa die zal zich ontwikkelen tot het embryo, en een holte, de blastocoel, die de dooierzak zal worden.
Hoe wordt blastocoel gevormd?
Blastocoel is een product van embryogenese dat gevormd wordt wanneer het embryo in de baarmoeder wordt geïmplanteerd. Na 30 minuten vorming van zygote vindt eerste splitsing plaats (verticaal). Na de volgende 30 min. … Na 72 uur snelle splitsing wordt een 16-cellig stadium genaamd Morulla (4e splitsing) gevormd.
In welk ontwikkelingsstadium vormt de blastocoel?
Het woord part coel (uitgesproken als seel) komt uit het Grieks en betekent holte of grot. Het proces dat de blastocoel vormt, wordt zelfs cavitatie genoemd: het creëren van een grot. Deze speciale met vloeistof gevulde ruimte begint zich te vormen opongeveer de vijfde dag na de bevruchting in het kleine bolletje cellen dat een nieuw wezen zal worden.