om ervoor te zorgen dat iemand iets niet wil doen, of om ervoor te zorgen dat iemand iemand of iets niet leuk vindt. Gebrek aan parkeerruimte schrikte potentiële klanten af. Robert's houding ten opzichte van vrouwen schrikt me echt af.
Wat betekent uitstellen in het jargon?
om een activiteit uit te stellen of naar een later tijdstip te verplaatsen, of om te stoppen of te voorkomen dat iemand iets doet: De vergadering is een week uitgesteld. Hij blijft me mee uit vragen en ik stel hem steeds uit.
Hoe gebruik je uitstellen?
Dit betekent iets uitstellen; om op een later tijdstip iets te doen
- "Ik stel het steeds uit om naar de tandarts te gaan."
- “De baas van mijn vriend heeft de vergadering uitgesteld tot morgen.”
- Over huiswerk gesproken: "Ik stel het altijd uit tot het laatste moment."
Breng je daardoor van de zin af?
werkwoord Het uitstellen van iets doen of ermee omgaan; uitstellen in plaats van iets te doen. … werkwoord Een ontmoeting met iemand uitstellen of vermijden om met iemand om te gaan. Een zelfstandig naamwoord of voornaamwoord wordt gebruikt tussen "put" en "off". Het spijt me dat ik je de laatste tijd heb uitgesteld; het was gewoon heel hectisch op het werk en thuis.
Is het uitgesteld of uitgesteld?
Als je iets uitstelt, stel je het uit. Als je iemand uitzet, laat je ze wachten op iets dat ze willen. Als iets je ergens van weerhoudt, zorgt het ervoor dat je het niet leuk vindt, of besluit het niet te doen of te hebben.