1.2 (van een persoon) niet ontvankelijk voor nieuwe of ongebruikelijke ideeën en gedrag; conventioneel en kortzichtig. 'Haar kinderen zijn volwassen en willen dat ze met een oude, saaie, benauwde man trouwt die veel over zijn pijntjes praat.
Wat betekent het om een benauwd persoon te zijn?
1: slechtgehumeurd, slecht gehumeurd. 2: gebrek aan vitaliteit of interesse: stodgy, saai. 3a: benauwend voor de ademhaling: sluit een benauwde ruimte. b: verstopte neus. 4a: eng inflexibel in gedragsnormen: eigengerechtigd.
Is benauwd een echt woord?
adjectief, stuff·i·er, stuff·i·est. close; slecht geventileerd: een benauwde kamer. benauwend door gebrek aan frisheid: benauwde lucht; een muffe geur.
Wat betekent het om gevuld te zijn?
Als een persoon vol zit, ze te veel heeft gegeten. Je zou achterover kunnen leunen na het eten van een hele pizza en mompelen: "Ik zit vol." Als je vol zit, ben je erg verkouden en zit je hoofd vol slijm.
Wat is het synoniem van benauwd?
staid, bezadigd, nuchter, stijf, gereserveerd, onpersoonlijk, formeel, hoogdravend, preuts, eigenwijs, mistig, zeestraat, conformistisch, conventioneel, conservatief, ouderwets, van de oude school. stodgy, saai, saai, somber, oninteressant. informeel vierkant, recht, stijf, fuddy-duddy, in de modder steken, gespannen.