Voor (om de reden of vanwege aan te geven) - Ik ben erg blij voor je. Voor (om de duur of tijd aan te geven) - Ik heb de sessie slechts één jaar bijgewoond. Voor (specificeer het gebruik van iets) - Ze bereidt zich voor op haar eindexamen.
Waar gebruiken we van en voor?
Van vs Voor. Het verschil tussen 'van' en 'voor' is dat het woord 'van' gebruikt is om eigendom of een afstand tot iets of een resultaat dat ergens vandaan komt aan te geven. Aan de andere kant is het woord 'voor' gebruikt om een doel, een bestemming of een hoeveelheid van iets aan te geven.
Hoe gebruik je to of for?
Je moet "to" gebruiken. Het lijkt misschien ingewikkeld, maar het antwoord is eigenlijk heel simpel. Gebruik "to" wanneer de reden of het doel een werkwoord is. Gebruik "voor" wanneer de reden of het doel een zelfstandig naamwoord is.
Waarvoor dient?
Het belangrijke punt is dat voor wordt gebruikt om een tijdsperiode op te geven. In het Engels is de basisformule voor het gebruik van deze: voor + een tijdsperiode. Want kan worden gebruikt als het over het verleden, het heden of de toekomst gaat. Hier zijn drie voorbeeldzinnen die dezelfde woordenschat gebruiken, maar verschillende werkwoordstijden gebruiken.
Wat is het verschil tussen voorzetsels tot en voor?
Zoals je kunt zien in 6, kan TO of FOR worden gebruikt voor een motief/reden, maar TO is altijd met een werkwoord, en FOR is altijd met een zelfstandig naamwoord. Hier is een goed voorbeeld: ik kwam naar New York om te werken. Ik kwam naar New York voor een nieuwe baan.