De "hands-off"-doctrine stelde dat de federale regering geen juridische status had om zich te mengen in de activiteiten van staatsinstellingen. Extreme omstandigheden en veranderend publiek sentiment zorgden in de jaren zestig voor de nodige impuls om de 'hands-off'-doctrine te doorbreken.
Wat is de status van de Hands Off-doctrine vandaag?
Rechters hadden de neiging om de doctrine te volgen tot het einde van de jaren '60. Men geloofde dat gevangenen geen rechten hadden omdat ze deze bij detentie verbeurd hadden verklaard. De hands-off doctrine wordt vandaag niet langer erkend en ieders rechten worden beschermd, of ze nu opgesloten zitten of niet.
Wat is de Hands Off-doctrine en wanneer eindigde deze?
De hands-off-doctrine eindigde formeel met twee uitspraken van het Hooggerechtshof in het begin van de jaren zeventig. In de eerste beslissing oordeelde de rechtbank dat "Er is geen IJzeren Gordijn tussen de grondwet en de gevangenissen van dit land" [Wolf v. McDonnell, 418, U. S. 539, 555-56 (1974)].
Hoe werden gevangenissen gerund tijdens de Hands Off-doctrine?
De hands-off doctrine verhinderde rechters om te bepalen welke rechten de opsluiting overleefden. Rechters weigerden in te grijpen op grond van het feit dat hun taak alleen was om de gevangenen die illegaal opgesloten waren te bevrijden, niet om toezicht te houden op de behandeling en tucht van gevangenen in penitentiaire inrichtingen.
Wat was de hands-off periode in correcties?
Voordat de1960, federale en staatsrechtbanken weigerden zaken over de rechten van gevangenen te behandelen of beslisten die zaken op zo'n manier dat duidelijk werd dat gevangenen weinig of geen rechten hadden van vrije mensen. Dit tijdperk werd het 'hands-off'-tijdperk genoemd, wat betekent dat de rechtbanken zelden betrokken raakten bij zaken over de rechten van gevangenen.