Contourlijnen die relatief dicht bij elkaar liggen geven een helling aan die vrij steil is. Contourlijnen die verder uit elkaar liggen, geven een helling aan die relatief vlak is. Het gebied van de bovenstaande kaart, in oranje omkaderd, toont een gebied met een vrij steile helling, terwijl het gebied in paars omkaderd een relatief vlak gebied is.
Hoe kun je bepalen welke weg bergopwaarts is op een topografische kaart?
Een topografische kaart lezen
- Contourlijnen tonen de hoogte van de grond.
- Contour-intervallen laten zien hoeveel verticale afstand er is tussen elke contourlijn. …
- Contourlijnen die scherp taps toelopen, geven een opwaartse richting aan.
- Afgeronde contourlijnen geven typisch een afdaling aan.
Wat zijn de symbolen op een topografische kaart?
Topografische kaartlegenda en symbolen
- Bruine lijnen – contouren (merk op dat intervallen variëren)
- Zwarte lijnen – wegen, spoorwegen, paden en grenzen.
- Rode lijnen – onderzoekslijnen (gemeente, bereik en sectielijnen)
- Blauwe gebieden - stromen en vaste stoffen zijn voor grotere watermassa's.
- Groene gebieden – vegetatie, meestal bomen of dicht gebladerte.
Wat zijn 4 soorten hellingen?
Er zijn vier verschillende soorten hellingen. Ze zijn positief, negatief, nul en onbepaald.
Hoe worden zachte en steile hellingen weergegeven op de kaart?
Contourlijnen die relatief dicht bij elkaar liggen geven een helling aan die vrij steil is. Contourlijnen die verder uit elkaar liggen, geven een helling aan die relatief vlak is. Het gebied van de bovenstaande kaart, in oranje omkaderd, toont een gebied met een vrij steile helling, terwijl het gebied in paars omkaderd een relatief vlak gebied is.