De hemagglutinatietest of hemagglutinatietest (HA) en de hemagglutinatieremmingstest (HI of HAI) werden in 1941-1942 ontwikkeld door de Amerikaanse viroloog George Hirst als methoden voor het kwantificeren van de relatieve concentratie van virussen, bacteriën of antilichamen.
Wie heeft hemagglutinatie ontdekt?
In 1941 observeerde George Hirst hemagglutinatie van rode bloedcellen door het influenzavirus (zie hoofdstuk 4). Dit bleek een belangrijk hulpmiddel te zijn bij de studie van niet alleen griep, maar ook van verschillende andere groepen virussen, bijvoorbeeld het rubellavirus.
Wat is het principe van de hemagglutinatietest?
Het principe achter de hemagglutinatietest is dat de nucleïnezuren van virussen coderen voor eiwitten, zoals hemagglutinine, die tot expressie worden gebracht op het oppervlak van het virus (Fig. 51.1 en 51.3).
Waarvoor wordt de hemagglutinatietest gebruikt?
De hemagglutinatietest (HA) is een hulpmiddel dat wordt gebruikt om celkweekisolaten of vruchtwater geoogst uit geëmbryoneerde kippeneieren te screenen op hemagglutinerende middelen, zoals type A-influenza. De HA-test is geen identificatietest, aangezien andere middelen ook hemagglutinerende eigenschappen hebben.
Wat weet u over hemagglutinatiebepalingen?
De hemagglutinatietest wordt gebruikt om de hoeveelheid Newcastle disease virus in een suspensie te kwantificeren. Dit wordt gedaan door het uitvoeren van tweevoudige seriëleverdunningen van de virale suspensie in een microwell-plaat en vervolgens testen om een eindpunt te bepalen.