Airspeed-indicatoren hebben een standaard kleurgecodeerd markeringssysteem. De witte boog is het volledige werkingsbereik van de flap. De ondergrens van de witte boog is de uitschakelsnelheid (ook wel VS0 genoemd) met de kleppen en het landingsgestel in hun landingsposities (dat wil zeggen, de kleppen volledig uitgeschoven en het landingsgestel omlaag en vergrendeld.)
Welke kleur identificeert Nooit de snelheid overschrijden?
Luchtsnelheidsbeperkingen worden weergegeven op de luchtsnelheidsindicator (ASI) door middel van kleurcodering en op borden of grafieken in het vliegtuig. [Figuur 9-1] Een rode lijn op de ASI toont de luchtsnelheidslimiet waarboven structurele schade zou kunnen optreden. Dit wordt de never-exceed speed (VNE) genoemd.
Welke kleur identificeert het normale werkingsbereik van de flap?
(Zie figuur 4.) Welke kleur geeft het normale werkingsbereik van de klep aan? A) De witte boog.
Wat stelt de rode lijn op de luchtsnelheidsindicator voor?
3264. Wat stelt de rode lijn op een luchtsnelheidsindicator voor? A- Manoeuvreersnelheid.
Wat is de ondergrens van de witte boog?
Ondergrens van witte boog (VS0): De stalsnelheid of de minimale constante vliegsnelheid in de landingsconfiguratie. In kleine vliegtuigen is dit de uitschakelsnelheid bij het maximale landingsgewicht in de landingsconfiguratie (versnelling en kleppen omlaag).