(ˈhɒlɪˌdeɪə) zelfstandig naamwoord. Australisch . een vakantieganger; toerist.
Wat is een vakantieganger?
holidayer in Brits Engels
(ˈhɒlɪˌdeɪə) zelfstandig naamwoord. Australisch . een vakantieganger; toerist.
Is vakantieganger een woord?
(UK) Iemand die op vakantie is.
Wie is vakantieganger?
(hɒlɪdeɪmeɪkəʳ) ook vakantieganger. Woordvormen: meervoud vakantiegangers. telbaar zelfstandig naamwoord. Een vakantieganger is een persoon die op vakantie niet thuis is.
Hoe gebruik je het woord feestdag?
We gebruiken het meervoud feestdagen en vakantie op dezelfde manier: we gaan dit jaar allemaal naar Kroatië voor onze vakantie. We gaan dit jaar allemaal naar Kroatië voor onze vakantie.