Tu parles=jij spreekt (enkelvoud) Je parle, il/elle parle=ik spreek, hij/zij spreekt Vous parlez=jij spreekt (meervoud) Het is gewoon een simpele vervoeging.
Wat is parles?
Parleverb. praten; converseren; naar onderhandelen. Etymologie: [F. gesprekspartner. Zie Parley.]
Wat is de verleden tijd van parler?
Een andere vorm van de verleden tijd is de passé composé. Om het voor parler te vormen, gebruik je het hulpwerkwoord avoir samen met het voltooid deelwoord parlé.
Hoe gebruik je parler in het Frans?
Termen in deze set (7)
- je parle avec mon père. Ik spreek met mijn vader.
- tu parles avec ta mère. Je spreekt met je moeder.
- il parle tout seul. Hij praat tegen zichzelf.
- elle parle toute seule. Ze praat tegen zichzelf.
- nous parlons ensemble. we spreken samen.
- vous parlez beaucoup. je praat veel.
- elles parlent de lui. ze praten over hem.
Is Vouloir être of avoir?
Het Franse werkwoord vouloir betekent "willen" of "willen". Het is een van de 10 meest voorkomende Franse werkwoorden en je zult het net zo vaak gebruiken als avoir en être.