Dolfijnen en andere tandwalvissen lokaliseren voedsel en andere objecten in de oceaan via echolocatie. Bij echolocatie produceren ze korte breed-spectrum burst-pulsen die voor ons klinken als "klikken". Deze "klikken" worden weerspiegeld door objecten die interessant zijn voor de walvis en geven de walvis informatie over voedselbronnen.
Gebruiken dolfijnen sonar of echolocatie?
Dolfijnen gebruiken geluid om de grootte, vorm en snelheid van objecten op honderden meters afstand te detecteren. Fascinerend en complex, de natuurlijke sonar van de dolfijn, echolocation genaamd, is zo nauwkeurig dat het het verschil tussen een golfbal en een pingpongbal uitsluitend op basis van dichtheid kan bepalen.
Hoe gebruiken dolfijnen hun echolocatievermogen?
Dolfijnen hebben het vermogen ontwikkeld om echolocatie, ook wel sonar genoemd, te gebruiken om hen te helpen beter onder water te zien. … Om objecten in de buurt te echoloceren, produceren dolfijnen klikken met een hoge frequentie. Deze klikken creëren geluidsgolven die snel door het water om hen heen reizen.
Welke frequentie gebruiken dolfijnen voor echolocatie?
Bottlenose-dolfijnen produceren achtereenvolgens directionele breedbandklikken. Elke klik duurt ongeveer 50 tot 128 microseconden. Piekfrequenties van echolocatieklikken zijn ongeveer 40 tot 130 kHz.
Waar genereren dolfijnen geluiden voor gebruik bij echolocatie?
Geluiden worden geproduceerd in drie paar luchtzakjes die zich bevindenonder het blaasgat. Nadat de dolfijn heeft ingeademd, sluit hij zijn blaasgat en keert de lucht uit de longen terug in het kanaal dat naar het blaasgat leidt, en in een of meer van de luchtzakken. De lucht blaast de zakjes op.