Defibrillatie of niet-gesynchroniseerde cardioversie is geïndiceerd bij elke patiënt met pulsloze VT/VF of onstabiele polymorfe VT, waarbij gesynchroniseerde cardioversie niet mogelijk is. Gesynchroniseerde cardioversie wordt gebruikt voor de behandeling van aanhoudende onstabiele tachyaritmie bij patiënten zonder verlies van pols.
Synchroniseer je Cardiovert pulseless v tach?
Gesynchroniseerde cardioversie is ook niet geschikt voor de behandeling van pulsloze ventriculaire tachycardie (VT, vtach) of polymorfe (onregelmatige) VT, omdat hiervoor niet-gesynchroniseerde schokken met hoge energie nodig zijn (dwz defibrillatiedoses). Bovendien is cardioversie niet effectief voor de behandeling van junctionele tachycardie.
Schok je pulseless v tach?
Pulseloze VT, in tegenstelling tot andere onstabiele VT-ritmes, wordt behandeld met onmiddellijke defibrillatie. Er moet een hoge dosis niet-gesynchroniseerde energie worden gebruikt. De initiële schokdosis op een bifasische defibrillator is 150-200 J, gevolgd door een gelijke of hogere schokdosis voor volgende schokken.
Synchroniseer je Vtach?
Gesynchroniseerde cardioversie wordt gebruikt om andere aritmieën te behandelen, waaronder atriale fibrillatie (AF), atriale flutter en stabiele ventriculaire tachycardie wanneer medicijnen het ritme niet hebben omgezet of wanneer de patiënt wordt onstabiel en het ritme moet onmiddellijk worden beëindigd.
In welke situatie moet gesynchroniseerde cardioversie zijngebruikt?
In tegenstelling tot defibrillatie, die wordt gebruikt bij patiënten met een hartstilstand, wordt gesynchroniseerde cardioversie uitgevoerd bij patiënten die nog wel een hartslag hebben maar hemodynamisch instabiel zijn. Het wordt gebruikt voor de behandeling van zowel hemodynamisch onstabiele ventriculaire als supraventriculaire ritmes.