De technologie van de lichtbeuk lijkt zijn oorsprong te vinden in de tempels van het oude Egypte. De term 'lichtbeuk' is van toepassing op Egyptische tempels, waar de verlichting van de zuilenhal werd verkregen over de stenen daken van de aangrenzende gangpaden, door spleten die in verticale stenen platen waren doorboord.
Wie introduceerde lichtbeuk?
De eerste lichtbeuk verscheen in de tempels van het oude Egypte, en werd vervolgens gebruikt in de Hellenistische cultuur, vanwaar het werd overgenomen door de oude Romeinen. Vroegchristelijke kerken en enkele Byzantijnse kerken, vooral in Italië, baseerden hun vorm op de Romeinse basiliek.
Wanneer werd lichtbeuk voor het eerst gebruikt?
Een van de vroegste toepassingen van de lichtbeuk was in de enorme zuilenhal van koning Seti I en Ramses II in de tempel van Amon (1349-1197 v. Chr., Karnak, Egypte), waarin het centrale bereik van kolommen, hoger dan die aan weerszijden, het mogelijk maakten om lichtbeuken te bouwen van doorboorde stenen platen.
Waar is een lichtbeuk gevonden?
Een lichtbeuk is een type raam dat gewoonlijk op of nabij de daklijn wordt aangetroffen. Het heeft vaak de vorm van een reeks ramen over de bovenkant van gebouwen die natuurlijk licht binnenlaten zonder de privacy of veiligheid in gevaar te brengen.
Wat is het verschil tussen lichtbeuk en dakkapel?
is that clerestory is (architectuur) het bovenste deel van een muur met ramen om natuurlijk licht binnen te laten in een gebouw, vooralin het schip, transept en koor van een kerk of kathedraal, terwijl de dakkapel (architectuur) een kamerachtige, overdekte projectie van een schuin dak is.