De capside is samengesteld uit kleinere eiwitcomponenten die capsomeren worden genoemd. De combinatie capside + genoom wordt een nucleocapside genoemd. Virussen kunnen ook extra componenten bevatten, waarbij de meest voorkomende een extra vliezige laag is die de nucleocapside omringt, een envelope.
Hebben virussen een uitwendig membraan?
Naast de capside hebben sommige virussen ook een extern lipidemembraan bekend als een envelop, die de hele capside omringt. Virussen met enveloppen geven geen instructies voor de enveloplipiden. In plaats daarvan "lenen" ze een stukje van de gastheermembranen op weg naar buiten de cel.
Hebben alle virussen een extern membraan of omhulsel?
Niet alle virussen hebben enveloppen. De enveloppen zijn typisch afgeleid van delen van de gastheercelmembranen (fosfolipiden en eiwitten), maar bevatten enkele virale glycoproteïnen. Ze kunnen virussen helpen het immuunsysteem van de gastheer te vermijden.
Is het virale proces van hechten aan de gastheercel?
Tijdens aanhechting en penetratie hecht het virus zich aan een gastheercel en injecteert het zijn genetisch materiaal daarin. Tijdens het verwijderen, repliceren en samenstellen, neemt het virale DNA of RNA zichzelf op in het genetische materiaal van de gastheercel en zet het ertoe aan om het virale genoom te repliceren.
Waar zijn capsomeren van gemaakt?
Een virion bestaat uit een nucleïnezuurkern, een buitenste eiwitcoating of capside, en soms een buitenste envelop gemaakt van eiwit- en fosfolipidemembranen afgeleid van de gastheercel. De capside is opgebouwd uit proteïne-subeenheden die capsomeren worden genoemd. Virussen kunnen ook extra eiwitten bevatten, zoals enzymen.