zelfstandig naamwoord, meervoud va·ri·e·ties. de staat van gevarieerd of gediversifieerd zijn: variatie aan een dieet geven. verschil; discrepantie.
Wat betekent variëteit?
1: de kwaliteit of staat van het hebben van verschillende vormen of typen: veelsoortigheid. 2: een aantal of verzameling van verschillende dingen in het bijzonder van een bepaalde klasse: assortiment. 3a: iets dat verschilt van andere van dezelfde algemene soort: sort.
Wat zijn de soorten variëteiten?
1 diversiteit, veelvoud. 3 assortiment, collectie, groep. 4 soort, soort, klasse, soort.
Betekent Verity?
1: de kwaliteit of staat van waar of echt zijn. 2: iets (zoals een verklaring) dat vooral waar is: een fundamentele en onvermijdelijk ware waarde zoals eeuwige waarheden als eer, liefde en patriottisme.
Wat is het werkwoord van variatie?
variegate. (transitief) om variatie aan iets toe te voegen; diversifiëren.