Cytosine is een pyrimidine en een van de stikstofbasen die wordt aangetroffen in ribonucleïnezuur (RNA) en deoxyribonucleïnezuur (DNA).
Is cytosine alleen in DNA te vinden?
Cytosine is een van de vier bouwstenen van DNA en RNA. Het is dus een van de vier nucleotiden die zowel in DNA als RNA aanwezig is, en elk cytosine maakt deel uit van de code. Cytosine heeft de unieke eigenschap dat het bindt in de dubbele helix tegenover een guanine, een van de andere nucleotiden.
Waar wordt cytosine en guanine gevonden?
Vijf nucleobasen - adenine (A), cytosine (C), guanine (G), thymine (T) en uracil (U) - worden primair of canoniek genoemd. Ze fungeren als de fundamentele eenheden van de genetische code, waarbij de basen A, G, C en T worden gevonden in DNA, terwijl A, G, C en U worden gevonden in RNA.
Waar wordt guanine gevonden?
Guanine (/ˈɡwɑːnɪn/) (symbool G of Gua) is een van de vier belangrijkste nucleobasen die worden aangetroffen in de nucleïnezuren DNA en RNA, de andere zijn adenine, cytosine, en thymine (uracil in RNA). In DNA is guanine gekoppeld aan cytosine. Het guanine-nucleoside wordt guanosine genoemd.
Wat is een cytosine in DNA?
Luister naar uitspraak. (SY-toh-seen) Een chemische verbinding die wordt gebruikt om een van de bouwstenen van DNA en RNA te maken. Het is een type pyrimidine.