Gebruik van cursor De belangrijkste functie van een cursor is om gegevens rij voor rij op te halen uit een resultatenset, in tegenstelling tot de SQL-commando's die op alle rijen werken in de resultaatset in één keer. Cursors worden gebruikt wanneer de gebruiker records moet bijwerken op een enkele manier of in een rij voor rij, in een databasetabel.
Kan een functie een cursor teruggeven?
Opgeslagen functie kan slechts één cursor retourneren als hun retourwaarde; de cursorfunctie kan echter op andere manieren aanvullende resultatensets retourneren (de Oracle-functie kan hiervoor outputcursorparameters gebruiken).
Wat zijn de functies van cursors?
Cursors worden gebruikt door databaseprogrammeurs om individuele rijen te verwerken die worden geretourneerd door databasesysteemquery's. Cursors maken manipulatie van hele resultatensets tegelijk mogelijk. In dit scenario maakt een cursor de sequentiële verwerking van rijen in een resultatenset mogelijk.
Waarom mag de cursor niet worden gebruikt?
Cursors kunnen in sommige toepassingen worden gebruikt voor geserialiseerde bewerkingen, zoals weergegeven in het bovenstaande voorbeeld, maar over het algemeen moeten ze worden vermeden omdat ze een negatieve invloed hebben op de prestaties, vooral wanneer ze werken op een grote hoeveelheid gegevens.