Net als bij polarografie is de grensstroom proportioneel aan de concentratie van de soort (golfhoogte in dc en puls; piekhoogte in differentiële puls), terwijl de halve golf potentiaal (gelijkstroom, puls) of piekpotentiaal (differentiële puls) identificeert de soort.
Welk type stroom meten we in polarografie?
De wisselstroom (AC) polarografische technieken zijn afgeleid van gelijkstroom (DC) polarografie zoals hierboven beschreven door een kleine verstoringsspanning van verschillende frequenties op te leggen aan de hoofd DC-polarisatiespanning. Deze methoden detecteren voornamelijk de adsorptie van de deelnemers aan de elektrodeprocessen.
Waar wordt de stroom waargenomen in de polarografietechniek?
In het eenvoudigste geval van Direct Current Polarography (DCP) wordt een constante potentiaal toegepast gedurende de gehele levensduur van de drop-life. Een stroom-spanningscurve wordt geconstrueerd door een reeks potentiële stappen toe te passen wanneer elke stap wordt gesynchroniseerd met de val. De stroom wordt gemeten aan het einde van de levensduur van de druppel.
Wat is de betekenis van stroombegrenzing?
De beperkende stroom in de elektrochemie is de grenswaarde van een faraday-stroom die wordt benaderd als de snelheid van ladingsoverdracht naar een elektrode toeneemt. De grensstroom kan bijvoorbeeld worden benaderd door de elektrische potentiaal te vergroten of de snelheid te verlagenvan massaoverdracht naar de elektrode.
Welke stroom is nuttig bij polarografie?
In wezen levert gelijkstroom (DC) polarografie detectielimieten op in de orde van 10−5 –10−6 mol l−1. Als de toegepaste potentiaalscan echter in de DPP- of de wisselstroommodus (AC) is, kunnen de detectielimieten worden verhoogd tot 10−7 –10−8 mol l−1, hun analytische toepassingen verbreden.