Er zijn twee soorten gebogen spiegels (convex en concaaf). Een spiegel die naar buiten uitpuilt, wordt een bolle spiegel genoemd. Bolle spiegels laten de dingen op de juiste manier zien en zijn meestal kleiner. Een spiegel die naar binnen uitpuilt, wordt een holle spiegel genoemd.
Hoe weet je of een spiegel hol of bol is?
Kortom, het reflecterende oppervlak van de bolle spiegel puilt naar buiten uit, terwijl de concave spiegel naar binnen uitpuilt. Het grote verschil is het beeld dat zich in deze twee spiegels vormt. Met andere woorden, verkleinde afbeeldingen vormen zich in convexe spiegels, terwijl vergrote afbeeldingen zich vormen in concave spiegels.
Wat zijn de voorbeelden van een holle spiegel?
De meest voorkomende voorbeelden van holle spiegels zijn scheerspiegels en make-upspiegels. Zoals bekend, vergroten dit soort spiegels objecten die er dichtbij staan. De meest voorkomende voorbeelden van bolle spiegels zijn de zijspiegels aan de passagierszijde van auto's.
Waar worden holle en bolle spiegels gebruikt?
Een holle spiegel is in staat om virtuele en vergrote afbeeldingen van objecten te produceren wanneer deze tussen het brandpunt en de pool van de spiegel wordt gehouden. Deze eigenschap wordt gebruikt bij het maken van scheerspiegels om een groot en duidelijk zicht op het gezicht te krijgen. Een bolle spiegel heeft de eigenschap om een straal die erop v alt te divergeren.
Wat zijn de 10 toepassingen van een holle spiegel?
Gebruik van holle spiegel
- Scherenspiegels.
- Hoofdspiegels.
- Oftalmoscoop.
- Astronomische telescopen.
- Koplampen.
- Zonne-ovens.