Je kunt amper aan het begin van een zin gebruiken voor een hulpfunctie, om te benadrukken dat het ene heel snel na het andere gebeurt: ze waren amper het station uit dan de trein gestopt.
Hoe gebruik je nauwelijks in een zin?
(1) Er zijn daar bijna geen vliegen meer. (2) Het land had nauwelijks industrie. (3) Ze hebben nauwelijks exemplaren van het boek verkocht. (4) Met nauwelijks geld en een staf van zes werkten ze op een vleugel en een gebed.
Hoe gebruik je nauwelijks en nauwelijks?
Nauwelijks en nauwelijks kan betekenen 'bijna helemaal niet' of 'alleen maar'. Nauwelijks komt veel vaker voor dan nauwelijks, en nauwelijks is meer formeel: Jen was zo moe. Ze kon haar ogen nauwelijks openhouden.
Wat volgt er nauwelijks?
Merk op dat nauwelijks, nauwelijks en nauwelijks worden gevolgd door when, terwijl niet eerder wordt gevolgd door dan. (Eerder is de vergelijkende vorm van spoedig.)
Is nauwelijks een bijwoord van graad?
Bijwoorden van degree vertellen ons over de intensiteit of mate van een actie, een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord. Veelvoorkomende bijwoorden van graad: bijna, bijna, behoorlijk, net, te, genoeg, nauwelijks, nauwelijks, volledig, heel, extreem.