toegewijd aan goddelijke aanbidding of dienst; vroom; religieus: een vroom katholiek. uiting geven aan toewijding of vroomheid: vroom gebed. ernstig of oprecht; hartelijk: hij was toegewijd aan het politieke regime.
Is vroom een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
DEVOUTLY (adverb) definitie en synoniemen | Macmillan Dictionary.
Wat betekent het woord vroom?
1: toegewijd of toegewijd aan religie of aan religieuze plichten of oefeningen een vrome katholiek. 2: het uiten van vroomheid of religieuze ijver: het uiten van toewijding een vrome houding. 3a: toegewijd aan een achtervolging, geloof of gedragswijze: serieus, serieus een vrome honkbalfan geboren als een vrome lafaard- G. B. Shaw.
Is vroom een zelfstandig naamwoord of een bijvoeglijk naamwoord?
adjectief, de·vout·er, de·vout·est. toegewijd aan goddelijke aanbidding of dienst; vroom; religieus: een vrome katholiek.
Hoe gebruik je vroom in een zin?
op een vrome en vrome manier
- Ze hoopte vurig dat hij de waarheid sprak.
- Hij hoopte vurig dat het waar was.
- Hij hoopte vurig dat ze tot een vreedzaam akkoord zouden komen.
- Ze was een vroom katholiek.
- We hebben voortdurend onze eigen meest toegewijde overtuigingen uitgedaagd en herzien.
- Het zuiden is meer agrarisch en vroom islamitisch.