bijvoeglijk naamwoord. vertrouwd met ervaren in, bekend met, bekwaam in, bekend met, geoefend in, goed geïnformeerd over, vertrouwd met, goed op de hoogte van (informeel), goed geïnformeerd over, bekwaam in, au fait met Deze zakenlieden zijn niet bekend met wetenschappelijke basisprincipes.
Hoe gebruik je het woord vertrouwd in een zin?
Conversant in een zin ?
- De man spreekt verschillende talen, waaronder Frans en Engels.
- Hoewel ze in Mexico werd geboren, verliet Maria Cancun als jong kind en spreekt ze geen Spaans.
- Mijn hippe oma verrast mensen als ze ontdekken hoe vertrouwd ze is met de popcultuur.
Wat betekent niet vertrouwd?
bekend zijn met, en kennis of ervaring hebben van de feiten of regels van iets: ik ben niet bekend met de regels van het schaken.
Wat betekent goed onderlegd?
bijvoeglijk naamwoord. zeer ervaren, geoefend of bekwaam; zeer deskundig; learned: Hij is een bedreven geleerde op het gebied van bijbelse literatuur.
Wat zijn de synoniemen van vertrouwd?
Op deze pagina vindt u 25 synoniemen, antoniemen, idiomatische uitdrukkingen en verwante woorden voor vertrouwd, zoals: acquainted, bedreven, up-on, abreast, adept, au - zeker, bewust, op de hoogte, ervaren, deskundig en vertrouwd.