werkwoord (gebruikt met object), en·ti·tled, en·ti·tling. om (een persoon of ding) een titel, recht of aanspraak op iets te geven; voorzien van gronden om aanspraak te maken: zijn leidinggevende functie gaf hem het recht op bepaalde beleefdheden die hij zelden aan anderen toekende. … om (een persoon) aan te duiden met een eretitel.
Heeft het recht of recht?
De betekenis van het werkwoord titel die verwijst naar het geven van een titel aan iets, komt ook in het Engels in de 14e eeuw, en zowel title als en title zijn gerelateerd aan het Latijn, via Engels-Frans, titulus. Echter, aangezien voltooid deelwoordelijke bijvoeglijke naamwoorden, getiteld en titled uiteenlopen, en getiteld is semantisch sterker.
Is er een woord met de titel?
Het bijvoeglijk naamwoord en titled betekent dat je wettelijk recht hebt op iets. … Rechthebbende wordt vaak op een meer informele manier gebruikt, in de betekenis van 'toegestaan'. Zo hebben vrijwilligers bij het opruimen van het park recht op het water en de snacks in het paviljoen.
Heeft recht een zelfstandig naamwoord of een bijvoeglijk naamwoord?
adjectief. /ɪnˈtaɪt̮ld/ (meestal afkeurend) het gevoel hebben dat je recht hebt op de goede dingen in het leven zonder er per se voor te hoeven werken. Hij heeft zo recht!
Heeft het recht gemeen?
1: recht hebben op bepaalde voordelen of privileges Hebben ze, nadat ze het land hebben gered, niet het recht om zichzelf te helpen zoveel als ze willen?-