Definitie van 'halfvloeibaar' 1. met eigenschappen tussen die van een vloeistof en die van een vaste stof . zelfstandig naamwoord. 2. een stof die zulke eigenschappen heeft vanwege de hoge viscositeit.
Wat is een semi-vloeibaar voorbeeld?
zelfstandig naamwoord. Een halfvloeibare stof. mash, brij, puree, room, pressé, pap, slop, pasta, slush, mulch, swill, slurry, halfvloeibaar, halfvloeibaar, puinhoop.
Zijn vloeibaar of halfvloeibaar?
Als bijvoeglijke naamwoorden is het verschil tussen vloeibaar en halfvloeibaar dat vloeistof vrij stroomt als water; vloeistof; niet vast en niet gasvormig; samengesteld uit deeltjes die bij de minste druk vrij onder elkaar bewegen, terwijl halfvloeibare eigenschappen eigenschappen hebben die liggen tussen die van een vaste stof en een vloeistof.
Wat betekent het woord halfvast?
: met de eigenschappen van zowel een vaste stof als een vloeistof: zeer viskeus. Andere woorden uit halfvast Voorbeeldzinnen Meer informatie over halfvast.
Wat is het verschil tussen halfvast en halfvloeibaar?
Halfvast: Het is een zeer stroperige vaste stof die enigszins flexibel is als vloeistof. Bijv. stijf deeg, gelatine enz. … Halfvloeibaar: stof met een dikke consistentie tussen vast en vloeibaar. Het cytoplasma van de cellen is bijvoorbeeld een semi-vloeistof.