chaeta (mv. chaetae) Een borstelhaar, gemaakt van chitine, dat voorkomt in ringwormen. Bij de regenworm komen ze voor in kleine groepen die uit de huid steken in elk segment en functie in voortbeweging.
Waarom hebben regenwormen chaetae?
Chaetae zijn betrokken bij de voortbeweging van de worm en dit kan worden geïllustreerd door een worm over een stuk ruw papier en vervolgens over een glasplaat te laten bewegen. … Hiermee houdt de samentrekking van de longitudinale spieren, binnen de lichaamswand, het lichaam naar voren, waarbij de chaetae op het bewegende deel worden teruggetrokken.
Wat is de betekenis van chaeta?
chaeta. / (ˈkiːtə) / zelfstandig naamwoord meervoud -tae (-tiː) een van de chitineuze haren op het lichaam van ringwormen zoals de regenworm en de zeepier: gebruikt bij voortbeweging; een seta.
Waar worden parapodia voor gebruikt?
Parapodia zijn gepaarde, niet-verbonden laterale aanhangsels die worden aangetroffen in polychaete-wormen, die vaak vlezig zijn (vooral in mariene polychaeten) en worden gebruikt voor beweging, ademhaling en andere functies.
Welke dieren hebben chaetae?
A chaeta of cheta (van het Grieks χαίτη "kuif, manen, golvend haar"; meervoud: chaetae) is een chitinous borstelhaar of seta gevonden in ringwormen, (hoewel de term wordt ook vaak gebruikt om soortgelijke structuren in andere ongewervelde dieren zoals geleedpotigen te beschrijven).