1. Hij had de rang van hoofdinspecteur. 2. U geeft dit deel van het kaartje aan de inspecteur en houdt het andere.
Hoe gebruik je inspectie in een zin?
een formeel of officieel examen
- De soldaten stonden in de rij voor inspectie.
- Zelfs een oppervlakkige inspectie bracht ernstige gebreken aan het licht.
- De archieven zijn open voor openbare inspectie.
- Er is een inspectie uitgevoerd op de school.
- De documenten zijn beschikbaar voor openbare inspectie.
Wat betekent inspecteur?
1: een persoon die in dienst is om iets te inspecteren. 2a: een politieagent die de leiding heeft over meestal meerdere terreinen en onder een inspecteur of plaatsvervangend inspecteur staat. b: een persoon die is aangesteld om toezicht te houden op een stembureau.
Wat voor soort woord is inspecteur?
een persoon die in dienst is om iets te inspecteren. een politieagent die lager is dan de hoofdinspecteur.
Hoe heet inspecteur in het Engels?
inspecteur in Amerikaans Engels
1. een persoon die inspecteert; officiële examinator; opzichter. 2. een officier bij een politiemacht, met de volgende rangorde onder een inspecteur of politiechef.