Sharecropping was wijdverbreid in het zuiden tijdens de wederopbouw, na de burgeroorlog. Het was een manier waarop landeigenaren nog steeds arbeidskrachten konden krijgen, vaak door Afro-Amerikanen, om hun boerderijen winstgevend te houden. Het was in de jaren veertig op de meeste plaatsen vervaagd. Maar niet overal.
In welk jaar eindigde de deelpacht?
De Grote Depressie, mechanisatie en andere factoren zorgen ervoor dat de deelpacht in de jaren '40 vervaagt.
Hoe werkt deelteelt tegenwoordig?
Werknemers kunnen percelen van de eigenaar huren voor een bepaald bedrag en de hele oogst behouden. Arbeiders werken op het land en verdienen een vast loon van de landeigenaar, maar behouden een deel van de oogst. Geen geld wisselt van eigenaar, maar de arbeider en de landeigenaar behouden elk een deel van de oogst.
Waarom is deelpacht slecht?
Sharecropping was slecht omdat het de schuld van arme mensen de plantage-eigenaren verhoogde. Deelpacht leek op slavernij, omdat de pachters na een tijdje zoveel geld schuldig waren aan de plantage-eigenaren dat ze ze al het geld moesten geven dat ze met katoen verdienden.
Wie profiteerde van deelpacht?
Uitleg: De landeigenaar kreeg 50% van de winst zonder moeite of risico. De pachters (meestal bevrijde slaven en een paar arme blanken) deden al het werk. De pachters moesten vaak geld lenen voor het zaad en de kunstmest om de gewassen te planten.