Een ziekteverwekker is stof die ziekte veroorzaakt. Voorbeelden zijn onder meer biologische pathogenen (zoals een virus, bacteriën, parasieten en schimmels), toxines, tabak, straling en asbest.
Wat zijn ziekteverwekkers?
De ziekteverwekkers vallen in vijf groepen uiteen: virussen, bacteriën, schimmels, protozoa en wormen (wormen). Protozoa en wormen worden gewoonlijk gegroepeerd als parasieten en vallen onder de discipline parasitologie, terwijl virussen, bacteriën en schimmels het onderwerp zijn van microbiologie.
Wat is de betekenis van ziekteverwekker?
Agent verwees oorspronkelijk naar een besmettelijk micro-organisme of pathogeen: een virus, bacterie, parasiet of andere microbe. Over het algemeen moet het middel aanwezig zijn om ziekte te laten optreden; de aanwezigheid van dat middel alleen is echter niet altijd voldoende om ziekte te veroorzaken.
Wat zijn de 6 ziekteverwekkers?
Er zijn zes hoofdtypen infectieuze agentia: bacteriën, virussen, schimmels, protozoa, wormen en prionen.
Welk woord betekent ziekte veroorzaken?
De griep, verschillende parasieten en voetschimmel worden allemaal als pathogeen beschouwd. Dit woord wordt sinds het einde van de 19e eeuw gebruikt om 'ziekte veroorzaken' te betekenen, van het Franse pathogénique, dat op zijn beurt weer kwam van het Griekse woord voor 'ziekte', pathos.